“We zijn zoveel mogelijk buiten bezig”

Zone.college biedt een bijzondere vorm van lesgeven waarin theorie en praktijk naadloos op elkaar aansluiten: praktijk-rijk leren. Het idee is dat studenten en docenten zoveel mogelijk ‘naar buiten’ gaan om te ervaren hoe het er bij echte bedrijven aan toe gaat. De principes van praktijk-rijk leren worden ook toegepast in de opleidingen Groen, grond & infra van Zone.college in Hardenberg. Zo is Loonbedrijf Schepers in Oosterhesselen een van de bedrijven waar studenten de praktijk leren kennen.

Jan Schepers vertelt dat zijn bedrijf meer doet dan alleen agrarisch loonwerk: “We hebben eveneens een akkerbouwbedrijf met ongeveer 70 hectare grond en sinds een jaar of twee bieden we ook transportdiensten aan. Het loonwerk speelt zich voor 80 procent af in de veehouderij, de rest in de akkerbouw en grondwerk. Ik run het bedrijf samen met mijn broer en we hebben drie medewerkers.”

Leren werken met machines
Voor het praktijk-rijk leren krijgt Jan dit jaar eerstejaars over de vloer. “Met hen zijn we zoveel mogelijk buiten bezig. Gisteren was het bijvoorbeeld mooi weer. Toen zijn we met vier trekkers het land opgegaan, met een tweeschaarploeg, een vierschaarploeg, een spitmachine en een zaaicombinatie. Dat is voor de leerlingen de beste manier om te leren werken met die machines. Het was nu de vierde keer dat we met deze groep naar buiten gingen, en ik kon echt al vorderingen zien. Dat is mooi, want het is in deze tijd lastiger om het allemaal onder de knie te krijgen dan vroeger. Er zit tegenwoordig zoveel techniek aan die trekkers.”

Nuttig voor de sector
En als het geen mooi weer is? “Dan blijven we binnen en geef ik theorielessen. Alleen al aan het behandelen van alles wat met ploegen te maken heeft, ben je zo een halve dag kwijt. Dat soort kennis is belangrijk, of het nou gaat om akkerbouw, veehouderij of loonwerk. Zonder die theoretische basis begrijp je de praktijk niet. Gelukkig hebben we dit jaar een hartstikke leuke, enthousiaste groep. Ze hebben nog wel heel wat te leren, want ze hebben vrijwel geen van allen een agrarische achtergrond. Maar ik vind het leuk om hen dingen bij te brengen. Het is ook nuttig voor de sector, want daar kunnen we opgeleide en gemotiveerde mensen goed gebruiken.”